In onze groep zitten negentien kinderen waarvan elf in groep 3 en acht in groep 4. Juf Maaike staat, op de dinsdagmiddag na, alle dagen voor de groep. Op dinsdagmiddag is juf Nathalie er. Ook neem juf Nathalie een aantal momenten per week groepjes kinderen mee uit de klas en splitsen we de groep tijdens twee lesmomenten.
Het ochtendprogramma
Het ochtendprogramma ziet er elke dag ongeveer hetzelfde uit. We starten in de kring op maandag en vrijdag. Op de overige dagen starten we met een rekencircuit om het automatiseren te oefenen. Om kwart voor 9 is het tijd voor de rekenles. Drie keer per week hebben we rekenles aan de hand van het werkboek en één keer per week hebben we buiten bewegend leren. Na de rekenles is het om half 10 tijd voor de leesles van groep 3 en de spellingsles van groep 4. We starten met een dictee voor beide groepen. Daarna gaat groep 3 in hun boek lezen. In die tijd krijgt groep 4 instructie van spelling. Wanneer groep 4 aan het werk is in hun werkboek krijgt groep 3 instructie over hun werkboek van veilig leren lezen. Ook hebben we tijdens de les vaak nog een coöperatieve werkvorm. Coöperatief leren wordt ook wel samenwerkend leren genoemd. Als de kinderen klaar zijn, gaan ze op de computer of een spellingspel doen. Om kwart over 10 pakken we ons eten en drinken. Tijdens het eten en drinken leest juf voor. Half 11 gaan we lekker naar buiten.
Als we na de pauze de klas binnenkomen, is het voor beide groepen tijd om te lezen. Dit doen we volgens het principe van List (lezen is top!). Voor de kinderen uit groep 4 betekent dit dat een deel stil leest in hun eigen leesboek en een deel samen leest. Groep 3 oefent samen met juf de nieuwe letters, woorden en lezen al tekstjes. Na de leesles heeft groep 4 taal. Voor groep 3 is dit het tijdstip om nog even buiten te spelen of om spellen van veilig leren lezen te doen. Dan is de morgen voorbij en gaan de kinderen om 12 uur naar huis of middageten op school.
Middagprogramma
Om 13.00 uur begint de middag. De planning van de middag is verschillend. Op maandagmiddag starten we met gym. Als we terugkomen op school hebben we schrijven en verkeer of wereldoriëntatie. Op dinsdagmiddag staan gym en HVO/GVO/IVO op het programma. Donderdagmiddag hebben we schrijven, muziek en handvaardigheid. Met wereldoriëntatie starten we met de methode genaamd Da Vinci. Hierbij werken we met thema’s. Op onze thematafel zal over een paar weken ook wel te zien zijn wat het eerste thema is. Aan het eind van de dag bespreken we altijd hoe de dag is gegaan. Wat ging goed, wat kan beter en wat vonden we leuk of juist niet leuk aan deze dag.
Vrijdagochtend
Vrijdag ziet er anders uit dan de andere dagen. Dit is dan ook onze doe-ochtend. Er wordt nauwelijks in het werkboek gewerkt. De dag start bij groep 1/2 met het Wendingjournaal. Daarna gaat groep 3 lezen in de klas en krijgt groep 4 de instructie van taal. Dan gaan we naar buiten voor bewegend leren. We doen hier een activiteit van spelling en rekenen. Daarna gaat groep 4 in de klas de verwerking van taal doen en het automatiseren oefenen. Groep 3 gaat dan aan de slag met veilig leren lezen en een creatieve opdracht. Na de pauze hebben we een half uur lezen. Het laatste deel van de ochtend werken we in hoeken. Elke week werken de kinderen in een andere hoek. We hebben een kunstatelier, een constructiehoek, een schooltje, een schrijfhoek en een spelletjeshoek.
De eerste weken
De eerste drie weken van het schooljaar besteden we naast de dingen die hierboven genoemd zijn ook veel aandacht aan de groepsvorming. Dit doen we door veel activiteiten te doen die te maken hebben met groepsvorming. Deze drie weken noemen we de “Gouden weken”. Zo hebben we al een keer de activiteit ‘in de knoop, uit de knoop’ gedaan. Ook moesten de kinderen zonder te praten van klein naar groot gaan staan. Het meest favoriet is het spel van de beeldentuin.
Weektaak
Zowel groep 3 als groep 4 werkt met een weektaak. Op deze manier kunnen zij zelf zien hoe de dag in elkaar zit en wat ze in die week gaan doen.
Werken met doelen
Om de kinderen inzicht te laten krijgen in hun eigen ontwikkeling wordt er gewerkt met doelen. Dit doen ze onder andere met behulp van stoplichten die achterin de klas hangen. De kinderen geven met hun wasknijper aan in hoeverre ze een bepaald doel behaald hebben. Ook kiezen de kinderen na elke vakantie een nieuw persoonlijk doel. Hier werken ze door de week heen aan.
Bieb
Op woensdag hebben de kinderen de gelegenheid om boeken te lenen. Ze moeten zorgen dat ze een boek in hun vak hebben waar ze de hele week in kunnen lezen. Tevens mogen ze boeken lenen voor thuis.
Klassenouder
Daniëlle Slegt is onze klassenouder. Zij is de moeder van Pepijn. Heel fijn dat je dit wilt doen Daniëlle!
Wat de kinderen leren in groep 3
Rekenen: getallen tot 100 lezen en schrijven, verschillende betekenissen van getallen (nummer op een kapstok, stippen op een dobbelsteen), structuur van de telrij, tellen met sprongen van 10, 5, 2 en 1, verliefde harten, dubbelen en halveren, splitsen van getallen tot 20, optellen en aftrekken tot 20, klokkijken op de analoge klok, rekenen met geld tot 20, vergelijken van gewicht (zwaarder, lichter, even zwaar), blokkenbouwsels nabouwen.
Lezen: alle letters, mkm woorden (roos, boom), mmkm woorden (bloem, blok), mkmm woorden (paars), mkmmm woorden (markt), mmmkm woorden (straat), mmmkmm woorden (straks), woorden met een lange klank achteraan (ja, nee, zo), woorden met twee klankgroepen (water, beker, molen, buren).
Spelling: hakwoord (ook speciaal hakwoord), zingwoord, luchtwoord, plankwoord, eer- oor- eur-woord, aai- ooi- oei- woord.
Wat de kinderen leren in groep 4
Rekenen: hoeveelheden tot ten minste 100 schatten, positiewaarde van cijfers ten opzichte van 100 bepalen, optellen en aftrekken tot 100 met behulp van de getallenlijn, tafels van 1,2,3,4,5 en 10, rekenen met meters en centimeters, oppervlaktes vergelijken, klokkijken met hele uren, halve uren en kwartieren.
Spelling: hakwoord (ook speciaal hakwoord), zingwoord, luchtwoord, plankwoord, eer-oor-eur woord, aai-ooi-oei woord, eeuw-ieuw-woord, langermaakwoord (-d/t, -b), voorvoegsel, klankgroepenwoord, verkleinwoord, achtervoegsel, ei/ij, au/ou.